SV | Voorts zeide God tot Noach, en tot zijn zonen met hem, zeggende: |
WLC | וַיֹּ֤אמֶר אֱלֹהִים֙ אֶל־נֹ֔חַ וְאֶל־בָּנָ֥יו אִתֹּ֖ו לֵאמֹֽר׃ |
Trans. | wayyō’mer ’ĕlōhîm ’el-nōḥa wə’el-bānāyw ’itwō lē’mōr: |
Voorts zeide God tot Noach, en tot zijn zonen met hem, zeggende:
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Voorts zeide God tot Noach, en tot zijn zonen met hem, zeggende:
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!